W van WOENSDAG 18 maart

Die dag

Literaire Scheurkalender, 18-3-2005

Dat jaar was 18 maart een woensdag, met die avond, zomaar midden in de week, een mosselsouper van mijn ouders voor vrienden. Maar het was nog voormiddag toen de doodsklokken luidden, dieper en trager dan de gewone klokken. In de meisjesschool naast de kerk deed zuster Godwina haar leerlingen een weesgegroetje bidden “voor de overledene” en vooraleer dat weesgegroetje ten einde was, verscheen zuster Bestuurster in de klas en pikte mij eruit. Voor een zoveelste standje, dacht ik, want ik was een stout kind en zuster Bestuurster had er onlangs mee gedreigd me van school te sturen. In haar kantoor zat de onderpastoor. “Heb jij broers en zussen?” vroeg hij mij, waarop ik onze rij van zes voorstelde en hij zei dat onze moeder daarnet naar de hemel was gegaan.
Zomaar midden in haar leven, toen ze naar de mosselboer wilde vertrekken, zich onwel voelde, in een fauteuil ging zitten en doodging.
Wanneer ik sindsdien op 18 maart de film van die woensdag draai, diep ik uit de portefeuille van mijn moeder een naamkaartje van zuster Bestuurster op. “Wij kunnen U met plezier melden dat Brigitte veel beter haar best doet in, en ook buiten de klas,” staat erop. Dan draai ik de film achteruit en laat zuster Bestuurster mij wel een zoveelste standje geven.

“Want de verteller zet een waar verhaal graag naar zijn hand.”

Brigitte Raskin