W van WASPOEDERMARKT

De waspoedermarkt

Presentatie Afscheid van steen, in De Engelbewaarder, Groot Begijnhof 13, Leuven, 23-05-1996

Al wat ik over dit boek kan zeggen, staat erin, tot en met waarom ik voor deze foto op de kaft heb gekozen. Laat me dus zwijgen over het boek en iets zeggen over de uitgeverij. Vanavond wordt verzorgd en u aangeboden door Van Halewyck, maar het was míjn wens dat deze presentatie in Leuven zou gebeuren. Zo wilde en wil ik er de aandacht op vestigen dat Kritak, uitgever van mijn koekoeksjong tot en met mijn ekster, van Leuven naar Antwerpen verhuisde, maar dat ik niet mee ben gegaan en dit boek dus, net als mijn vorig werk, in Leuven wordt uitgegeven. Wie het wel en wee van het Boek in Vlaanderen volgt, weet wat dat betekent: Van Halewyck mag dan al mijn nieuwe uitgeverij zijn, André Van Halewyck is mijn oude uitgever. Dat ik niet verhuisde, heeft wel te verstaan niet zozeer met de plaats Leuven te maken dan met de ploeg Van Halewyck - wat dit boek betreft: André zelf, Manu Claeys, Anni van Landeghem en de anderen in Leuven en Gent. Ik had geen enkele reden, integendeel, om het nest waarin ik in 1988 een koekoeksei legde, om deze biotoop -  zoals André dat nest in bewogen dagen begon te noemen - deze biotoop waarop mijn werk tot nu toe gedijde, te verlaten. En ik heb dat dan ook niet gedaan. Dat brengt mee dat de Nederlandse co-uitgever van mijn werk wél spiksplinternieuw is voor mij: Balans in plaats van Meulenhoff, de Amsterdamse Keizersgracht in plaats van de Herengracht. Ik zie de samenwerking met Balans intussen goed zitten, te meer daar deze uitgeverij ginder is wat Van Halewyck hier is: in kwantiteit klein, in kwaliteit groot.

Ook op de boekenmarkt draait alles tegenwoordig vooral om kwantiteit, grootschaligheid en snelheid, en dat stemt mij niet gelukkig. Voor een boek gelden nu "de wetten van het waspoeder", schreef Bernard Dewulf onlangs in De Morgen. Ik ga hier niet uitweiden over de kwalen waaraan het literaire boek lijdt, maar wil wel aanstippen dat ik als schrijver door die kwalen wordt aangetast, vooral dan door het fenomeen dat een boek niet langer dan één seizoen in de mode is en in de winkel ligt uitgestald en door het feit dat de tussenhandel (tussen schrijver en lezer) enkel nog in cijfers kán redeneren om te concurreren. Het water tussen schrijver en lezer is te breed en te diep, bedenk ik altijd wanneer ik een paar uur lang rechtstreeks een brug naar de lezer kan slaan en dan mijn meest bemoedigende ervaringen als schrijfster opdoe.

Als schrijfster die van haar pen wil leven, draai ik overigens naar mijn beste vermogen mee op de waspoedermarkt die de boekenmarkt is geworden.
Als schrijfster die bij Van Halewyck wil uitgeven, plaats ik mezelf echter in het kamp waarin ik in de strijd op de literaire markt wil thuishoren: het kamp van de kleine dapperen, die het niet van hun middelen maar van hun gedrevenheid moeten hebben. Mocht ik dit aan het schrijven zijn in plaats van aan het zeggen, zou ik nu op mijn papier zetten: "de kleine dapperen zoals de Vlamingen op de Groeningekouter". Vervolgens zou ik die vergelijking toch wat grotesk vinden en schrappen en zo ik dat niet uit mezelf zou doen, zou mijn eindredacteur bij de uitgeverij me dat stelligste aanraden. Want ook dáárom ben ik bij Van Halewyck gebleven: omdat mijn geschrijf er kritisch wordt aangepakt en er béter van wordt.

Mijn nieuwe uitgever die mijn oude is, betaalde geen transfersom voor mij omdat de wetten van het voetbal vooralsnog niet gelden op de boekenmarkt. Wel heeft hij voldaan aan de voorwaarde die ik aan onze blijvende band probeerde te stellen: hij heeft dit boek laten naaien - om het gebrek aan duurzaamheid, ook een kwaal waaraan het Boek lijdt, te bestrijden. Terwijl u hopelijk van deze verhalen zult genieten, geniet ik alvast van de draadjes die hen verbinden.

“Want de verteller zet een waar verhaal graag naar zijn hand.”

Brigitte Raskin