T van TONGSCHRAPEN

Ochtendritueel

Literaire Scheurkalender, 3-1-2005

Ik begin de dag als een Chinees, met tongschrapen.
Hoe de Chinezen zelf dat tegenwoordig doen, heb ik niet gezien toen ik hun land bereisde. Hoe ze het vroeger deden, las ik in het Chinese dagboek van mijn oom-missionaris, die er ook een tekeningetje bij maakte. De Chinezen deden het op straat, met een eenvoudig instrument dat eruitzag als het rode lusje van de strijd-tegen-aids, maar groter was en van ijzer. Met de handen aan de uiteinden van het ding schoven ze het van achteren naar voren over hun tong. De drab die ze zo bijeenschraapten, kwakten ze op de grond. Ze kotsten er soms bij, en mijn oom vond het tongschrapen een vieze en heidense bedoening.
Ik doe aan tongschrapen in de badkamer, met een eenvoudig instrument van rode kunststof, dat eruitziet als een miniharkje, maar afgeronde hoeken heeft. Ik steek het ding zo diep in mijn mond dat ik er bijna van kots en trek een middellijn en twee zijlijnen naar voren. De drab kwak ik in de wasbak en spoel ik door. Ik reinig het rode harkje met een borsteltje en hang het terug naast mijn tandenborstel, die ik pas na het ontbijt gebruik. Ik vind tongschrapen een gezond en noodzakelijk ochtendritueel.

“Want de verteller zet een waar verhaal graag naar zijn hand.”

Brigitte Raskin