L van LEESCLUB

Muziek & Woord, maart 2006

Gelukkige lezers onder elkaar

Schijnbaar spreken het oude adagium 'Met een boekje in een hoekje' (Thomas a Kempis) en de moderne trend 'Een goede lezer is een groep' (Geert Lernout) elkaar tegen, in feite vullen het eenzelvige lezen en gezamenlijke bespreken van een boek elkaar prima aan. In je leeshoek Tolstoj, Anna Karenina, savoureren en het boek daarna met andere lezers tegen het licht houden, is een heerlijke tweetrapsbezigheid. 'Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.' De eerste zin van Anna Karenina is zo meeslepend dat je meteen vertrokken bent voor én 940 bladzijden leesvreugde én een deugddoende reünie van je leesgroep. 

Ik spreek uit ervaring, omdat ik al tien jaar meedraai in een Leuvense leesclub. Op een vaste avond van de maand arriveren we met het boek van de maand onder de arm op een vast adres om onze individuele kijk op het boek te toetsen aan die van de anderen. We begonnen met Eric De Kuyper, Drie zusters in Londen, en lazen laatst Anna Enquist, De thuiskomst. Om de beurt leidt iemand het boek in, daarop krijgt ieder zijn zeg en ontspinnen zich de discussies. Over Joseph Roth, Radetzkymars, het onvolprezen meesterwerk dat iemand toch tot een oninteressant soldatenepos wilde degraderen. Over Marlene van Niekerk, Triomf, de Zuid-Afrikaanse must die iemand toch node had uitgelezen, omdat ze er onwel van werd. De boeiendste avonden zijn die van verdeeldheid, de mooiste die van onverdeeld leesplezier. Dan bladeren we, een glas wijn bij de hand, naar wat we aanstreepten en proeven we collectief wat we individueel al zo smaakten. In De thuiskomst waren dat de woorden van moeder Mary tot dochter Elizabeth, de vrouw van zeevaarder James Cook: 'Je moet zijn als het gras. Ze vertrappen je met hun zware klompen, en je buigt mee. Ooit zullen ze hun voeten verplaatsen, dan richt je je weer op. Als je stijf rechtop zou blijven staan, zoals het riet, dan breek je. Het gaat voorbij, Elizabeth, aan alles komt hoe dan ook een einde. Wachten. Geen verzet, dan ga je verliezen.' Over de schrijfster en haar stijl, de structuur, het plot en de personages van het boek hadden we het dan al gehad, zodat we konden eindigen met het bezinksel, dat wat blijft hangen. En zodoende combineren we de rijkdom van mooie boeken, de weelde van intense conversatie, het surplus van een goede groep.
Buigen we ons dan niet over slechte boeken? Eerst soms wel – Marlo Morgan, Australië op blote voeten, was niet meer dan een reisverslag en niet literair. Waarna we leerden onze jaarlijkse leeslijst zorgvuldiger aan te leggen, aan de hand van mond tot mond reclame, recensies, nieuwsgierigheid. Naar Black box van Amoz Oz, Geheime kamers van Jeroen Brouwers, en ieder jaar naar een klassieker, De Toverberg van Thomas Mann, Het hermetisch zwart van Marguerite Yourcenar - ik moet me bedwingen om niet alle besproken boeken de revue te laten passeren. Bladeren in mijn schrift van de leesclub leidt tot het ophalen van mooie herinneringen, zowel aan de avonden als aan de boeken, en niet te vergeten aan de poëzie-avonden, wanneer ieder clublid een lievelingsgedicht voordraagt, samen een schitterende bloemlezing van een dozijn bladzijden.
Voeren we dan geen banale gesprekken? In het begin liep een bespreking wel eens dood – Andrzej Zaniewski, Rat, is een mooi boek, maar er valt weinig over te zeggen. Maar we leerden bij, gingen onze visie op een boek vooraf steviger onderbouwen of verzamelden documentatie. Bijvoorbeeld bij Carlo Levi, Christus kwam niet verder dan Eboli, kan best een kaart van Italië worden opengespreid, aan proza van Antjie Krog kan je haar gedichten toevoegen. We stelden vast dat ook een lezer zijn eigen stijl heeft, kort aangebonden of wijdlopig, gefocust op het verhaal of op de taal, vooral bezig met de psychologie van de personages of met de structuur van het boek, enzovoorts, er zijn zoveel invalshoeken om het over een boek te hebben, en een gemotiveerde lezer blijkt de beoordeling van een boek hoogst persoonlijk te kunnen aanpakken. Discussiëren over een boek werd daardoor zowel een confrontatie met het boek als met elkaar, en toen we het hadden over Annejet van der Zijl, Anna, de biografie van Annie M.G Schmidt, lag ook de gespletenheid van vrouwenlevens op tafel. 
Is een leesclub dan wel meer dan een vrouwenkransje? Het klopt dat leesclubs gedijen binnen vrouwenorganisaties en bovendien vooral seniores aantrekken. Onze leesclub, die niet binnen een organisatie opereert, telt ook vooral vrouwen en seniores. Maar vrouw of man blijkt niets uit te maken – ook niet als je het bijvoorbeeld hebt over Azar Nafisi, Lolita lezen in Teheran - ouder of jonger evenmin. De clubleden zijn dan ook preciezer te definiëren als meerwaardezoekers m/v - ze verkiezen een boek boven een talkshow en vinden Milan Kundera, De ondraaglijke lichtheid van het bestaan, interessanter dan de luchtigheid die tegenwoordig de bon ton is in de media. Breng twaalf meerwaardezoekers bijeen rond een goed boek en er ontspint zich inderdaad een interessant gesprek. Wij in Leuven gingen bovendien een goede, hechte groep vormen, pure winst, extra meerwaarde. Er haakt soms iemand af, er komen soms leden bij, maar de fond blijft dezelfde en pakt iedere keer weer. 

Het werkt, in Leuven en heel Vlaanderen, in leesgroepen buiten of binnen een organisatie, in groepen met of zonder (bege)leiding. Het werkt zo goed dat de professionals van de boekenwereld die amateurs van lezers in de gaten krijgen. In 'Lezen doe je best in groep' (De Standaard, 16.01.2006) beschreef recensent Mark Cloostermans hun initiatieven, zoals de uitgave van 'leesgroepversies' van titels en handleidingen voor leeskringen. Hij had het ook (wel al met de nodige bedenkingen erbij) over 'live discussiesessies over boeken' in cultuurcentra en de verleiding van de 'boekenbabbel'.
Zelf voel ik die verleiding eerlijk gezegd aan als een dreiging, ben ik bang dat de leesgroep in plaats van een vorm van levenskunst een trend van lifestyle wordt, of, erger nog, een tv-format – stel u voor, vijf bekende gezichten die op aangeven van een zesde bekend gezicht over de jongste literaire thriller keuvelen. Want ik ben de Leuvense leesclub ook gaan ervaren als de ideale tegenpool voor tendensen op de boekenmarkt, voor de hang naar hypes en dwang van lijstjes. Als binnenkort in de krant staat dat lezen in groep 'sexy' is, stel ik onze leesclub voor om voortaan een vrouwenkransje m/v te vormen. 

“Want de verteller zet een waar verhaal graag naar zijn hand.”

Brigitte Raskin