K van KEUKENCHAOS

Zijn keuken

Literaire Scheurkalender, 30-8-2005

Mijn man haalt prima diners tevoorschijn uit en organiseert onredelijke chaos in zijn keuken. Dat gaat elementair zo. Hij neemt een kookpot, bedenkt zich, verkiest een geschiktere pot, zet de eerste opzij. Het deksel dat hij in de hand had toen hij over de juiste pot peinsde, legt hij elders neer. Hij schilt aardappelen en maakt met een ander mesje groenten schoon. Op het vuur ermee, in twee van de vijf kookpotten die intussen bovengehaald zijn. Omdat hij de juiste deksels niet meteen bij de hand heeft, plaatst hij borden op de potten. De schaar waarmee hij een melkdoos openknipt, hangt hij niet terug aan het haakje. Als hij daarna peterselie fijn wil knippen, is het ding zoek, verstopt onder het papier dat rond het vlees zat. Een nieuwe zak bloem stort hij niet in de voorraadpot. Hij schept meteen uit de zak, morst op de huishoudportemonnee die subiet ook een lik boter over zich heen krijgt en de rest van de dag plakkerig op het aanrecht blijft zwerven, tussen aardappelschillen en groenteresten, vettig inpakpapier, potten, borden, boodschappentassen, aardappelmesjes, vaatdoeken, hulpstukken van de mixer, de vaat van de vorige maaltijd, de vuile borden niet gestapeld, het gebruikte bestek niet verzameld.
Mijn man kookt altijd fluitend, heeft wat met zijn smeerboel als een varken met een modderbad.

“Want de verteller zet een waar verhaal graag naar zijn hand.”

Brigitte Raskin